Je moet enkel plaatsmaken voor prioritaire voertuigen als naast het blauwe zwaailicht ook de sirene in werking is. Blijf alvast kalm en probeer het voertuig te lokaliseren. Ga niet meteen in de remmen, want hierdoor kun je een vlotte doorgang belemmeren. Maak ruimte zonder jezelf of andere weggebruikers in gevaar te brengen. Respecteer steeds de verkeersregels.
Prioritaire voertuigen, zoals politieauto’s, brandweerwagens en ambulances, spelen een essentiële rol bij het verlenen van hulp en het handhaven van de openbare veiligheid. Het is van cruciaal belang dat bestuurders weten hoe ze zich moeten gedragen wanneer ze een prioritair voertuig tegenkomen op de weg. Op deze pagina delen we enkele waardevolle tips en tricks om op een veilige en wettelijke manier met deze situaties om te gaan.
Tips & tricks
1. Houd kalmte en blijf alert
Het is natuurlijk schrikken wanneer je een sirene hoort of zwaailichten ziet in je achteruitkijkspiegel. Het is essentieel om kalm te blijven en je aandacht te richten op de weg. Vermijd abrupte manoeuvres, blijf rustig en volg de verkeersborden en -signalen.
2. Verminder snelheid en geef ruimte
Zodra je een prioritair voertuig opmerkt, verminder je onmiddellijk je snelheid. Maak ruimte voor het voertuig door naar de rechterkant van de weg te bewegen of door te stoppen op een veilige plek, zoals een parkeerplaats of een vluchtstrook. Geef het prioritaire voertuig voldoende ruimte om veilig voorbij te gaan.
3. Gebruik je richtingaanwijzers
Voordat je van rijstrook verandert of stopt aan de kant van de weg, vergeet niet je richtingaanwijzers te gebruiken. Hierdoor kunnen andere bestuurders anticiperen op je intenties en een soepele doorstroming van het verkeer bevorderen.
4. Kijk in alle spiegels
Zorg ervoor dat je je bewust bent van het verkeer om je heen door regelmatig in je zij- en achteruitkijkspiegels te kijken. Dit is vooral belangrijk bij het wisselen van rijstrook of bij het veranderen van je positie op de weg.
5. Stop niet op een onveilige plek
Het is begrijpelijk dat je ruimte wilt maken voor het prioritair voertuig, maar stop niet op een plek waar dat gevaarlijk kan zijn voor jou, de prioritaire bestuurder en andere weggebruikers. Zoek naar een veilige plek om te stoppen.
6. Blijf rechts bij het naderen van een kruispunt
Als je een kruispunt nadert en een prioritair voertuig achter je zit met zwaailichten en sirenes aan, ga dan niet door het kruispunt. Blijf rechts staan en laat het voertuig voorbijgaan voordat je het kruispunt oversteekt.
7. Volg de aanwijzingen van hulpverleners op
Als hulpverleners instructies geven, volg deze dan nauwkeurig op. Als ze je vragen om een bepaalde richting op te gaan of te stoppen, doe dit dan onmiddellijk en zonder aarzeling. Ze zijn getraind om snel en effectief te handelen in noodsituaties.
8. Houd rekening met meerdere prioritair voertuigen
In dringende situaties kunnen er meerdere prioritair voertuigen op dezelfde route zijn. Wees extra voorzichtig en geef alle hulpverleners de ruimte die ze nodig hebben. Blijf alert en anticipeer op mogelijke veranderingen in het verkeer.
Het naderen van een prioritair voertuig in het verkeer vereist geduld, kalmte en naleving van de verkeersregels. Door je bewust te zijn van je omgeving en je verantwoordelijkheid als bestuurder serieus te nemen, draag je bij aan de veiligheid van hulpverleners en medeweggebruikers.
Volg deze tips en tricks om deze situaties op een gecontroleerde en veilige manier te benaderen, terwijl je de essentiële diensten ondersteunt die deze voertuigen bieden.
Veelgestelde vragen over prioritaire voertuigen
In artikel 37 van de wegcode lezen we wel dat een voertuig wordt beschouwd als prioritair als het is uitgerust met een of meer blauwe knipperlichten en een speciaal geluidstoestel, wanneer deze uitrusting ook daadwerkelijk aan staat.
Naast de dienstvoertuigen van de politie (met of zonder politiestriping), de wagens van de brandweer en de ambulances van de dienst 100, evenals de privéambulances (bestemd en speciaal uitgerust voor het vervoer van zieken en gewonden), wordt nog een aantal andere voertuigen als prioritair beschouwd, zonder verder onderscheid of enige hiërarchie.
Het gaat met name om:
- de voertuigen van de civiele bescherming;
- de voertuigen van de militaire politie;
- de voertuigen van de ontmijningsdienst DOVO;
- de voertuigen van de FOD Justitie voor het vervoer van gedetineerden en voor het Openbaar Ministerie;
- de gestripte voertuigen van Douane en Accijnzen;
- de gestripte voertuigen van de inspectiediensten van de gewesten en van de maatschappijen voor openbaar vervoer belast met wegcontrole;
- de voertuigen voor hulpverlening van Infrabel;
- de voertuigen van de veiligheidsdienst van de spoorwegen;
- de voertuigen de voor hulpverlening bij ernstig incident veroorzaakt door water, gas, elektriciteit of radioactieve stoffen.
Van zodra je als bestuurder de sirene van een prioritair voertuig hoort, moet elke weggebruiker onmiddellijk de doorgang vrijmaken en voorrang verlenen en zo nodig stoppen.
Reddingsstrook
Vanaf 1 oktober 2020 is het verplicht om bij filevorming een reddingsstrook te vormen, zodat hulpdiensten een gemakkelijke doorgang hebben.
Wanneer de hulpdiensten naar een ongeval moeten rijden, verliezen ze soms veel tijd in de file. Er is niet overal een pechstrook aanwezig, en al is die er wel, dan is het vaak niet aangeraden voor hulpdiensten om ze te gebruiken. Op de pechstrook kunnen namelijk brokstukken liggen die lekke banden veroorzaken; er staan auto’s met pech, waardoor een vlotte doorgang moeilijk is of is er een onderbreking door op- en afritten of brugpijlers. Het principe van de reddingsstrook moet zorgen dat prioritaire voertuigen altijd een vrije doorgang hebben.
De reddingsstrook moet gevormd worden op alle wegen met twee of meer rijstroken in dezelfde rijrichting. De verplichting is dus niet alleen van toepassing op snelwegen, maar ook op andere wegen.
De voertuigen op de meest linkse rijstrook moeten zo veel mogelijk links aanhouden. Het verkeer op de rechtse rijstrook of rijstroken moet zo veel mogelijk rechts aanhouden. Zo ontstaat er een doorgang tussen de meest linkse rijstrook en die daarnaast. Bij wegen met twee rijstroken ligt de reddingsstrook dus tussen beide rijstroken; bij wegen met drie rijstroken ligt de reddingsstrook tussen de linkerrijstrook en de middenrijstrook. In eerste instantie blijf je binnen de grenzen van de rijbaan. Pas wanneer het prioritaire voertuig nadert en er alsnog niet genoeg ruimte is, mag je bijvoorbeeld even uitwijken op de pechstrook, busbaan of fietspad. Je moet daarbij wel extra voorzichtig zijn dat je daarbij geen andere weggebruikers in gevaar brengt.
Je moet de doorgang altijd maken bij filevorming, dus niet alleen als je de sirenes van de hulpdiensten hoort. De bedoeling van de reddingsstrook is dat de doorgang al vrij is wanneer de hulpdiensten naderen, niet dat de ruimte pas gecreëerd wordt op het moment dat ze naderen. Is het prioritaire voertuig gepasseerd, dan moet je de reddingsstrook blijven aanhouden, want er kan later nog een extra voertuig aankomen. Let erop dat je al uitwijkt op het moment dat het verkeer nog aan het vertragen is, want eens je stilstaat, is het niet altijd mogelijk om nog naar links of rechts uit te wijken.