Evenementengids

Als organisator draag je de verantwoordelijkheid om je evenement veilig, ordelijk en met minimale hinder voor de omgeving te laten verlopen. Onze evenementengids helpt je op weg met praktische richtlijnen en nuttige tips rond brandveiligheid, specifiek afgestemd op evenementen. Samen zorgen we voor een veilige en vlotte beleving voor iedereen!

LOCATIE – INRICHTING – TERREIN

 

Openbaar domein

Om een evenement te organiseren op het openbaar domein of andere publiektoegankelijke plaatsen in openlucht heb je altijd de toestemming nodig van de burgemeester.

EN

Indien bepaalde straten verkeersvrij of parkeervrij moeten zijn, dient de organisator dit aan te vragen bij de bevoegde dienst van de gemeente waar het evenement plaatsvindt.

OPGELET: Verkeersvrij is automatisch parkeervrij!

 

Toegestane capaciteit

Het maximaal aantal gelijktijdig toegelaten personen wordt vastgelegd op basis van de beschikbare oppervlakte en het aantal en de breedte van de (nood)uitgangen. De organisator is verantwoordelijk voor het bijhouden van de in- en uitstroom van personen tijdens het evenement.

Oppervlakte

  • Zalen met uitsluitend vaste zetels of stoelen  maximumaantal aanwezigen = aantal zitplaatsen
  • Andere => 3 personen/m² netto beschikbare oppervlakte (= de vrije oppervlakte die niet wordt ingenomen door vast meubilair, sanitair, zitplaatsen en dergelijke) of 1m²/persoon bruto oppervlakte (zonder aftrek meubilair, sanitair, podia, …).
  • Aanbevolen maximumaantal aanwezigen op een fuif of eendaags evenement => 0,5m²/persoon of 2 personen/m².
  • Bij de melding van je evenement bezorg je eveneens een inplantingsplan met alle juiste afmetingen om de correcte risicoanalyse te kunnen doen.

Hou rekening met knelpuntplaatsen zoals toegang tot toiletten, bars, ingang, … Probeer te veel capaciteit op deze plaatsen te vermijden

Uitgangen – evacuatie – toegangswegen

Een uitgang leidt naar de openbare weg of naar een veilige plaats.

Een veilige plaats is een gedeelte van het gebouw buiten het compartiment waar de brand/het incident zich bevindt en van waaruit het gebouw kan verlaten worden, zonder door het door de brand/incident getroffen compartiment te gaan.

 

Aantal uitgangen

  • 1 centimeter nooduitgang = 1 persoon;
  • Maximaal 99 personen gelijktijdig aanwezig = 1 uitgang;
  • 100 tot maximaal 499 personen gelijktijdig aanwezig = 2 gescheiden uitgangen;
  • 500 tot maximaal 999 personen gelijktijdig aanwezig = 3 gescheiden uitgangen;
  • Meer dan 1000 personen aanwezig = minimum 3 gescheiden uitgangen + per extra schijf van 1000 personen dient er een extra nooduitgang aanwezig te zijn. + Bijkomend: de af te leggen afstand tot de dichtstbijzijnde uitgang is maximaal 45 meter
  • De totale breedte van de uitgangen bedraagt min. 1cm/p.
  • De hoogte van een (nood)uitgang bedraagt min. 2m.
  • De totale breedte van de uitgangen bedraagt min. 80cm.
  • De (nood)uitgangen worden enkel in acht genomen indien ze opendraaien in de vluchtzin, ontgrendeld zijn, vergrendeld zijn in open stand en vrij zijn van obstakels.
  • Opengeritste tentzeilen worden enkel als een volwaardige nooduitgang in rekening gebracht wanneer ze over de gehele breedten een minimale doorgangshoogte van 2m hebben. Je kiest dus best een tent met deurpanelen. 

Trappen

De breedte van trappen:

Enkel rechte trappen worden aanvaard als evacuatietrap voor het publiek.

 

Het is verboden om voorwerpen, die de doorgang kunnen belemmeren of de vrije breedte kunnen verminderen, te plaatsen in trappenhuizen, uitgangswegen, uitgangen, nooduitgangen en wegen die ernaar toe leiden (zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant).

 

Bij de opstelling en inrichting van de zaal moeten de nooduitgangen en de weg ernaar toe volledig vrij zijn!

Aan elke nooduitgang hangt een plannetje met daarop de evacuatieweg(en), brandblussers en indien mogelijk de hoofdafsluiter van gas en elektriciteit.

 

Deuren

  • Alle deuren die gelegen zijn in de evacuatiewegen kunnen gemakkelijk geopend worden en draaien open in de richting van de uitgang.
  • De deuren die rechtstreeks op de openbare weg uitgeven mogen niet buiten de rooilijn (grens tussen openbare en private grond) komen. Indien deze deuren naar binnen draaien, moeten ze openslaan tegen een vast gedeelte van het gebouw en er stevig aan bevestigd worden. Gedurende de openingsuren zijn deze deuren in geopende stand vastgezet.
  • Draaideuren of draaipaaltjes zijn als uitgang niet toegelaten.
  • De vleugels van glazen deuren dragen een merkteken voor de zichtbaarheid.
  • Elke deur met automatische sluitrichting die niet gemakkelijk met de hand kan worden geopend, moet uitgerust zijn met een veiligheidsapparaat dat de deur automatisch op volle breedte opent wanneer de energiebron die de deur in werking stelt, uitvalt.
  • Indien de toe- en uitgangswegen bestaan uit automatische of handbediende schuif- of rolpoorten, moeten deze poorten in open stand worden vastgezet tijdens het evenement.
  • Automatische schuifdeuren zijn slechts toegelaten voor uitgangen die rechtstreeks naar buiten uitgeven. Deze bepaling geldt niet voor branddeuren en liftdeuren.
  • Deuren die niet naar de uitgang leiden, moeten een duidelijke vermelding ‘geen uitgang’ dragen.

Signalisering

De plaats van elke uitgang en nooduitgang, evenals de richting van de wegen, die naar de uitgang leiden, worden aangeduid door de universele pictogrammen op een goed zichtbare plaats en hoogte (tussen 2m en 3m hoog).

TIP: Een werfhekken is net geen 2 meter.

Wand of omheining

Een geplaatste wand of omheining ter hoogte van de uitgangen of uitgangswegen mag uitsluitend bestaan uit losse elementen, die elk op eenvoudige wijze en onmiddellijk met de hand kunnen worden verwijderd of verplaatst. Daarom mag er niets aan de elementen worden bevestigd dat de elementen rechtstreeks of onrechtstreeks aan elkaar verbindt (bv. doeken, spanbandjes, moeren, …).

Verlichting

In alle delen voorzien van kunstmatige verlichting moet boven de uitgangen en nooduitgangen een veiligheidsverlichting voorzien zijn, die voldoende lichtsterkte heeft om een ordelijke ontruiming te verzekeren.

De veiligheidsverlichting dient automatisch en onmiddellijk in werking te treden bij het uitvallen van de gewone verlichting. De autonomie bedraagt minstens 30 min. en de minimale lichtsterkte is 1 lux ter hoogte van de vloer.

Indien in de omgeving van de inrichting of tent de openbare verlichting onvoldoende is, moet gezorgd worden voor bijkomende verlichtingspunten bij de uitgangen en de nooduitgangen.

Blackbox

Indien in de ruimte een ‘blackbox’ of een ‘box in a box’ voorzien wordt (d.w.z. een afgezonderde ruimte/tent binnen de bestaande ruimte), en/of de (nood)uitgangen naar aanleiding van de aangebrachte decoratie onvoldoende zichtbaar zijn, dienen de universele pictogrammen en de noodverlichting in de box eveneens op een goed zichtbare plaats en hoogte (2m – 3m) herhaald te worden.

 

Onaangepaste ruimtes

Wanneer evenementen georganiseerd worden in onaangepaste ruimtes (loodsen, schuren, kerken, foyer, …) dient er voorafgaandelijk advies ingewonnen te worden bij de dienst Noodplanning. Deze zal een advies formuleren NA overleg met de andere hulpdiensten.

 

Toegangswegen

De locatie moet altijd voldoende bereikbaar zijn voor de voertuigen van de brandweer, zodat het opstellen van voertuigen en de brandbestrijding mogelijk is. Dit wil zeggen een toegangsweg van minstens 4m breed.

De organisator bezorgt een overzichtelijk inplantingsplan op schaal, waarop de veiligheidsdiensten de vrije doorgangen en zones kunnen op aanduiden.

Naargelang de plaats en de omstandigheden, kan een parkeerverbod ingesteld worden.

De organisator denkt zelf na over voldoende parkeergelegenheid in de nabije omgeving en voorziet begeleiding/bewegwijzering en eventueel bewaking.

TIP: Hou bij gebruik van een weide of braakliggend terrein voldoende rekening met de weersomstandigheden!

Inrichting – installatie

Er mogen geen gemakkelijk brandbare materialen zoals rietmatten, stro, karton, boomschors, papier, textiel en kunststoffen (bv. plastiek), noch als versiering, noch als bouwmateriaal voor wanden en (valse) plafonds aangewend worden.

De normale, functionele stoffering voor gordijnen, overgordijnen, vaste muurbekleding en tafellinnen vallen niet onder deze bepaling:

  • Textielstoffen zijn verboden.
    • Uitgezonderd de doeken en tentzeilen die minimaal voldoen aan één van de onderstaande normen:
      • De Belgische norm A0, A1 of A2
      • De Euroklasse A1, A2, B of C
  • Wanneer doeken of zeilen gebruikt worden als plafonddecoratie boven het publiek, dienen ze minimaal te voldoen aan één van onderstaande normen:
      • De Belgische norm A1 of A2
      • De Euroklasse A1, A2, B of C (geen druppelvorming van het verhitte materiaal = d0))
  • Alle aangebrachte materialen moeten voldoende stevig en tevens met brandvertragende materialen bevestigd worden.

 

Pictogram voor Brandblusapparaat

Blusmiddelen

Per 150 m² wordt 1 blustoestel + pictogram voorzien. Bij verzwarende brandrisico’s zal de brandweer beslissen of er wel dan niet extra of meer specifieke blusmiddelen  noodzakelijk zijn.

Attest

De organisator moet zoveel als mogelijk over attesten beschikken van de gebruikte materialen, podia, stellingen, … Dit moet aanwezig zijn tijdens de veiligheidsrondgang en op het evenement. De stellingbouwer voorziet de stelling van de noodzakelijke signalisatie dat de constructie mag betreden worden.

Elektriciteit

Van de tijdelijk geplaatste elektriciteitskasten en verdeelkasten, moet er een recent keuringsattest ter beschikking zijn tijdens de veiligheidsrondgang en op het evenement.

Alle elektrische bedradingen en toestellen moeten conform zijn en de beschermende mantel van de kabels of draden mag geen beschadiging of onderbreking vertonen. Ze zijn rechtstreeks aangesloten op het hoofdverdeelbord. De kabels mogen enkel bevestigd worden aan andere constructies door middel van isolerend en onbrandbaar materiaal.

Let op met elektriciteit:

  • Leg een verlengsnoer nooit onder een tapijt.
  • Rol de haspel altijd helemaal uit.
  • Verleng een verlengsnoer nooit met een ander verlengsnoer.

Eigen lokalen (bv. jeugdverenigingen) zorgen ervoor dat hun elektriciteit eigen aan het lokaal in orde en gekeurd is. Voor zalen die gehuurd worden van de stad/gemeente is dit al in orde.

Bevloering

Indien in de tijdelijke (tent)constructie een (verhoogde) bevloering wordt aangebracht, dient deze onderaan toegemaakt te worden, zodat er geen afval onder deze constructie kan terecht komen. Het is belangrijk dat er een stevige en goede onderbouw is.

 

Valbescherming

Er dienen voldoende valbeveiligingsmaatregelen genomen te worden indien bezoekers plaats kunnen nemen op een podium of verhoog.

 

Tijdelijke zitjes

Bij de opstelling van tijdelijke zitjes, zijn onderstaande richtlijnen van toepassing:

  • De zitjes zijn per rij aan elkaar vastgemaakt.
  • Er mogen maximaal 22 zitjes naast elkaar geplaatst worden tussen twee doorgangen.
  • Aanbevolen breedte van de doorgang tussen de blokken met zitjes is 2 meter.
  • De afstand tussen de rijen zitjes moet de vlotte passage en de evacuatie van de gebruikers
    mogelijk maken. De aanbevolen ruimte tussen de rijen bedraagt 70 cm.

Roken

De nodige maatregelen dienen genomen te worden om de brandrisico’s verbonden aan roken te weren. Daarom is het verboden te roken of te laten roken in gesloten plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn.

  • Er worden voldoende pictogrammen met ‘rookverbod’ uitgehangen en er worden geen asbakken geplaatst binnen de inrichting.
  • Het is aan te raden asbakken buiten ter hoogte van iedere ingang te plaatsen en er wordt best een rokerszone voorzien.

Tijdelijke opstellingen

Tenten (> 100m²)

Algemeen

  • Voorzie voldoende en geschikte blusmiddelen.
  • De verlichting in een tent mag enkel elektrisch zijn.
  • Stroomgeneratoren en brandstofreservoirs moeten buiten opgesteld worden op minimum 4 meter afstand.
  • Voor kook- en verwarmingsinstallaties: zie verder op deze pagina.

 

Zo ga je te werk

  • Zorg voor een afstand van minstens 4 meter tussen de tent en aanpalende gebouwen.
  • Zorg voor een goed evacuatieplan en inplantingsplan.
  • Zorg ervoor dat de tent gekeurd is.
  • Gebruik enkel versiering die behandeld is tegen brand of bestaat uit moeilijk ontvlambaar materiaal.
  • Zorg dat vloerbekleding goed aansluit en dat elektrische kabels goed vastgemaakt zijn (struikelgevaar).
  • Alles moeten bereikbaar zijn van op 60m (bv. tent, podia, foodtrucks, …).
  • Voorzie minimum 1 bluseenheid/150m².

 

Evacuatieplanning

  • Voorzie voldoende veiligheidsverlichting en pictogrammen boven uitgangen en nooduitgangen.
  • Hou de toegangswegen tot omliggende gebouwen en hydranten permanent vrij.
    • Minimale breedte en hoogte van 4 meter.
  • Zorg ervoor dat tentzeilen die dienen ter evacuatie vlot met 1 hand te openen zijn.
  • De brandweer kan het terrein via minimum 1 toegangsweg bereiken. Hou de toegangswegen en evacuatiewegen rondom de tent permanent vrij.
    • Verboden voertuigen te parkeren.

 

Gekeurde tent?

  • Het tentdoek moet minimum tot klasse C (Europese classificatie), M2 (Franse classificatie) of A2 (Belgische classificatie) behoren.
    • Opvragen bij tentenbouwer.
  • Zorg dat je een attest hebt van stabiliteit en kwaliteit van de tentconstructie en de plaatsing ervan.
    • Opvragen bij installateur, bevoegd orgaan of deskundige ingenieur.
  • Beschik over de gegevens van de toegelaten grensbelastingen van wind, sneeuw en regen en hou hier rekening mee.

 

Markten, braderieën, buurt- en straatfeesten, …

Een goede voorbereiding is goud waard

  • Zorg dat alle (omliggende) gebouwen steeds bereikbaar blijven voor de brandweer.
    • Minimum breedte en hoogte van 4 meter.
  • Plaats je opstellingen naast elkaar, met een tussenruimte van telkens minimum 1 meter.
  • De toegang tot publiek toegankelijke gebouwen, residenties, … en de doorgangen naar achtergelegen gebouwen, garages, enz. moeten over de volledige breedte volledig vrij zijn.
  • De openbare hydranten en gasafsluiters moeten vrij bereikbaar zijn voor hulpdiensten.
  • Voor kook- en verwarmingsinstallaties: zie verder op deze pagina.

 

Pop-up camping

Zo ga je te werk

  • Zorg ervoor dat de afstand van de tent, caravan, camper, … tot een scheidingsgrens min. 4 meter is. Bij een bosrijke omgeving moet dit 10 meter zijn. Hou deze tussenruimtes altijd vrij.
  • Groepeer de tenten maximum per 4.
    • Tussen de tenten is er een minimumafstand van 4 meter.
    • Opmerking: voor festivalcampings met kleine tenten kan er afgeweken worden van deze richtlijnen in samenspraak met de organisatie en hulpdiensten.
  • Zorg voor een goed campingplan.
  • Wapen je tegen brand.
    • Voorzie voldoende en geschikte blusmiddelen. 1 goedgekeurd poederblustoestel van het type ABC (6kg) per groepsgedeelte van 20 kampeerplaatsen.
  • De gemeenschappelijke technische installaties van het terrein moeten voldoen aan de wettelijke voorschriften.
  • Voor kook- en verwarmingsinstallaties: zie verder op deze pagina.

 

Evacuatie

  • De brandweer kan het terrein via minimum 1 toegangsweg bereiken.
  • Alle tenten moeten op max. 60 meter van een berijdbare binnenweg bereikbaar zijn in alle omstandigheden.
    • De binnenweg is minimum 4 meter breed en hoog en
    • een draagvermogen van minimum 15 ton.

Dit mag niet!

– Open vuren zoals kampvuren, vuurwerk, fakkels, kaarsen en barbecues zijn niet toegelaten.

– Gasbranders met prikpatronen zijn verboden.

– Campinggas is enkel toegelaten tot max. 500g. Deze worden enkel in open lucht gebruikt.

Speelterrein of actief ontspanningsevenement?

Speelterreinen

Speelterreinen zijn locaties waar eenvoudige opblaasbare structuren (bv. springkastelen) worden geplaatst die door kinderen jonger dan 18 jaar gebruikt mogen worden voor  vermaak of ontspanning en waarbij het doel vooral gericht is op spelen, springen en glijden.

 

Actieve ontspanningsevenementen

Dit zijn evenementen met opblaasbare structuren voor volwassenen en/of kinderen waarbij ze actief moeten participeren, lichamelijke inspanningen moeten leveren, en een bepaalde kennis, vaardigheid of techniek moeten gebruiken. Het gaat om opblaasbare structuren waarbij een parcours wordt doorlopen over verschillende obstakels.

Voor de actieve ontspanningsevenementen wordt een eindverantwoordelijke voorzien gedurende het evenement. Deze persoon beschikt over een lijst van benodigde producten die een invloed kunnen uitoefenen op de veiligheid en een situatieschets.

Voor zowel speelterreinen als actieve ontspanningsevenementen moet er, voor de opening, een risicoanalyse opgemaakt worden door de organisator. Daarnaast moeten de gegevens (naam, adres) van de organisator duidelijk vermeld worden aan de deelnemers of gebruikers. Het uithangen van bordjes “Gebruik op eigen risico” is verboden.

Voor meer informatie betreffende speelterreinen zie koninklijk besluit van 28.03.2001 over de uitbating van speelterreinen.

Meer informatie betreffende actieve ontspanningsevenementen zie koninklijk besluit van 25.04.2004 over de organisatie van actieve ontspanningsevenementen.

KOOK- EN VERWARMINGSINSTALLATIES

Algemeen gebruik

Stel alle verwarmings- en kooktoestellen brandveilig op:

  • Hou opstellingen met verhoogd brandrisico (bv. kook- of bakinstallaties), verwijderd van gebouwen en gevels met een afstand van 4 meter.
    • Uitgezonderd bij volle gevels (beton of baksteen) zonder raam- of deuropeningen, dan bedraagt de afstand 1 meter.
    • Zet deze opstellingen aan het uiteinde van een straat, maar nooit op de hoek (draaicirkel brandweer).
    • Niet te dicht bij brandbaar materiaal en omstaanders. Minstens 2 meter.
  • Hou opstellingen afgeschermd van publiek.
  • Zorg dat je toestel op een harde, stevige en stabiele plaats staat.
  • In een voldoende verluchte ruimte.
  • In een afzonderlijke kooktent.

 

Volgens de wet

  • Alle elektrische installaties, gasinstallaties en brandblustoestellen moeten gekeurd zijn.

 

Blusmiddelen

Voorzie in de nabijheid van kooktoestellen of barbecues een draagbare snelblusser (ABC poederblusser van 6kg) en 1 blusdeken met bijhorende pictogrammen.

BBQ

Een goede voorbereiding is goud waard

  • Kies een stevig barbecuetoestel uit metaal en onbrandbare materialen.
  • Zoek een veilige plaats.
    • Vermijd licht ontvlambare zaken en dichte plantengroei (bij droogte).
  • Zorg ervoor dat de buren geen schade en zo weinig mogelijk rookhinder ondervinden.
  • Zorg dat de barbecue niet kan worden omgestoten.
  • Voorzie naast een blustoestel en blusdeken, een emmer zand of water.

 

Zo ga je te werk

  • Steek je vuur aan met kolen.
    • Leg je voorraad niet in de directe omgeving van de BBQ.
  • Scherm de barbecue goed af zodat de toeschouwers geen rechtstreeks contact met het vuur kunnen maken.
  • Zorg voor een veiligheidszone zodat knetterend en ronddwarrelend vuur de toeschouwers niet verwondt.
  • Doof alles na gebruik en ruim alles netjes op (veiligheid en milieu). En bewaar deze restjes op een veilige plaats, zodat de warme assen geen brand kunnen veroorzaken (bv. niet in tuinhuis of een afvalcontainer).

Dit mag niet!

– Een barbecue is verboden in een tent, kraam, overdekte ruimtes en dergelijke.
– Gebruik geen vloeibare brandstoffen.
– Een barbecue is niet geschikt om tuinafval in te verbranden.

Elektrische kooktoestellen

Een goede voorbereiding is goud waard

  • Zorg dat de toestellen het CEBEC-label dragen of voldoen aan de wettelijke voorschriften.
  • Voorzie de elektrische leidingen van beschermingsgeleiders met aarding.

 

Zo ga je te werk

  • Scherm het toestel goed af zodat de toeschouwers geen rechtstreeks contact kunnen maken.
  • Plaats de voedingskabels en verlengsnoeren zodanig dat ze:
    • de passage niet verhinderen of geen valpartijen veroorzaken,
    • niet beschadigd geraken,
    • geen toestellen doen omvallen.

Koken op gas

Bij gebruik van installaties met verplaatsbare gasflessen moeten die beantwoorden aan de voorschriften van de reglementering en geïnstalleerd worden volgens de code van goed vakmanschap. Kijk zeker altijd de ontspanners en slangen na op certificatie en of ze aangepast zijn aan de gebruikte brandstof of flessen.

Bij het inplanten van een occasionele toog, catering moeten alle gasflessen zo opgesteld worden (eventueel in een constructie), dat het omkantelen ervan onmogelijk wordt. Deze reserveflessen moeten onbereikbaar zijn voor het publiek!

 

Zo ga je te werk

  • Zoek een geschikte en veilige plaats.
  • Hou gasflessen op minimum 3 meter afstand van kelderopeningen, rioolmonden en andere lager gelegen plaatsen.
  • Scherm de installaties goed af zodat toeschouwers geen rechtstreeks contact kunnen maken.
  • Koppel gebruikte gasflessen onmiddellijk af. Voorzie ze van een beschermkap en stockeer ze buiten op een veilige plaats (> 6 meter).
  • Sluit na het koken alle gasflessen goed af.

Dit mag niet!

– De flexibels van gasleidingen mogen niet in serie verbonden worden.
– Een kooktoestel met open vlam is verboden in een tent, kraam, … en wordt enkel toegelaten in open lucht of in een afzonderlijke ruimte.
– Gasflessen mogen niet in gebouwen of tenten gestockeerd worden waar zich personen in bevinden.
– Een kooktoestel met open vlam is verboden in tenten.

Goed gebruik van gasflessen

  • De maximum toegestane afstand met flexibele slang, tussen gasfles en toestel, is 2 meter en zichtbaar over de volledige lengte.
    • Metalen slangen mogen langer zijn dan 2 meter, maar moeten ook zichtbaar zijn.
  • De flexibels moeten om de 5 jaar vervangen worden. Indien er scheurtjes of dergelijke zich voordoen moeten ze onmiddellijk vervangen worden.
  • Bij 1 verbruikstoestel, is 1 enkelvoudige ontspanner toegestaan.
    • Vanaf 2 verbruikstoestellen is een dubbele ontspanning per toestel verplicht.
  • Bewaar gasflessen op een correcte manier:
    • Rechtopstaand.
    • Volle en lege flessen worden van elkaar gescheiden.
    • Uit de zon bewaren.
    • In open lucht bewaren (> 6 meter).
    • Verwijderd van rioolmonden, kelder of lager gelegen plaatsen (3 meter).
    • Duid niet-zichtbare voorraden aan met een duidelijk pictogram.
    • Gasflessen mogen niet in publiek toegankelijke ruimtes staan.

Verwarmingstoestellen

Een goede voorbereiding is goud waard

  • Een elektrisch model draagt het CE-keurmerk.
  • Het toestel is uitgerust met een omvalbeveiliging.
  • Het toestel is voorzien van een thermokoppel. De thermokoppel sluit de gastoevoer af.
  • Enkel warmeluchtgeneratoren die buiten in open lucht zijn opgesteld (op minstens 2 meter van de tent) zijn toegelaten.

 

Zo ga je te werk

  • Lees altijd eerst de bijgevoegde gebruiksaanwijzing.
  • Zorg voor voldoende afstand tussen het toestel en eventuele brandbare materialen. De bovenkant van het toestel kan heel warm worden.
  • Hou steeds een oogje in het zeil.

Dit mag niet!

– Gebruik van verwarmingstoestellen met (licht) ontvlambare of brandbare vloeistof als brandstof is verboden.
– Gebruik van gasstralers of gaskachels met open vlam of toestellen met stralend oppervlak in gebouwen en tenten is verboden.
– Verplaatsbare verwarmingstoestellen met butaan, propaan of ander brandbaar gas, tijdelijk geplaatste open vuren en elektrische toestellen met zichtbare weerstand zijn verboden.

Dit mag WEL!

– Occasionele warmtestralers mogen wel in openlucht of in een goed verlucht lokaal.
– Elektrische verwarmtoestellen en verwarmingstoestellen waarvan de uitlaatgassen naar buiten gericht zijn, worden ook toegestaan.

VUUR

Volgens de wet

Je mag nooit open vuur maken op minder dan 100 meter van huizen, heide, bossen en andere brandbare materialen. Het is niet aan te raden om ongecontroleerd een kampvuur of kerstboomverbranding te organiseren. Bovendien kan knetterend en ronddwarrelend vuurwerk en gloedresten een nieuwe brand veroorzaken of omstaanders ernstig  verwonden. Voor meer informatie betreffende verbranden in open lucht, klik hier

Vuurwerk

Spektakelvuurwerk is vuurwerk gebruikt door professionelen. Voor dit soort vuurwerk moet je een vergunning bezitten. Spektakelvuurwerk kan enkel in samenwerking met gespecialiseerde vuurwerkfirma’s en mits toelating van de burgemeester.

 

Vuuranimatie

Zo ga je te werk

  • Zoek een veilige plaats.
    • Vermijd dichte plantengroei en andere ontvlambare zaken.
    • Niet te dicht bij gebouwen en omstaanders.
  • Bewaar de brandstofvoorraad op een voldoende en veilige afstand van de activiteit en toeschouwers.
  • Zorg voor de nodige attesten en keuringen.
  • Voorzie voldoende water (1 emmer), een blusdeken en een brandblustoestel

Dit mag niet!

– Wensballonnen zijn verboden.
– Vuuranimatie is verboden in een tent, kraam, overdekte ruimtes en dergelijke.
– Verboden ongekeurde materialen te gebruiken.

Fakkels

Tips bij het gebruik van fakkels

  • Gebruik geen fakkels in overdekte en gesloten ruimtes.
  • Gebruik geen vloeibare brandstoffen om de fakkel aan te steken.

 

Kampvuur

Om vuur te stoken heb je steeds de goedkeuring nodig van de burgemeester.
Om vuur te maken op openbaar domein, neem je best contact op met het gemeentebestuur. Die zal, indien nodig, wel of niet de toelating geven. Voor kampvuren op privaat domein moet je eveneens de schriftelijke toestemming hebben van de eigenaar van het domein.

Maximaal volume van een kampvuur is 1m³!

Voorzie voldoende water (bij voorkeur een leiding), een blusdeken en een brandblustoestel.

 

Vuurkorven, -manden en -schalen

Een goede voorbereiding is goud waard

  • Om vuur te maken op openbaar domein, neem je best contact op met het gemeentebestuur. Die zal, indien nodig, wel of niet de toelating geven.
  • Kies een stevige korf of schaal in metaal.
  • Kies een veilige plaats.
    • Open plaats met vlakke en verharde ondergrond.
    • Vermijd brandbare materialen (minstens 2 meter afstand), dichte plantengroei (bij droogte), sneeuw- en ijsondergronden.
  • Zorg dat de korf niet kan worden omgestoten.
  • Voorzie voldoende water (1 emmer), een blusdeken en een brandblustoestel.

 

Zo ga je te werk

  • Maak je vuur steeds aan in open lucht. Verplaats de korf nooit naar binnen.
  • Hou rekening met de weersomstandigheden.
    • Vermijd felle wind (veroorzaakt ronddwarrelend vuur).
  • Gebruik onbehandeld hout, kolen, … (natuurlijke vaste materialen).
    • Leg je voorraad niet in de directe omgeving van de brandende korf.
  • Scherm de korf goed af zodat de toeschouwers geen rechtstreeks contact met het vuur kunnen maken.
  • Doof alles na gebruik en ruim alles netjes op (veiligheid en milieu). En bewaar deze resten op een veilige plaats (bv. niet in tuinhuis).
  • Tip: zorg dat er telkens 1 persoon bij de vuurkorf blijft.

Dit mag niet!

– Een vuurkorf is verboden in een tent, kraam, overdekte ruimtes en dergelijke.
– Gebruik geen vloeibare brandstoffen.

NUTTIGE DOCUMENTEN

Brandweer Westhoek
Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.